Kortdurend zorgverlof

terug naar Wet- en regelgeving

Kortdurend zorgverlof kan worden opnemen voor de zorg voor: 

  • de echtgenoot, de geregistreerde partner of de persoon met wie je ongehuwd samenwoont; 
  • een kind tot wie de je als ouder in een familierechtelijke betrekking staat; 
  • een kind van de echtgenoot, de geregistreerde partner of de persoon met wie je ongehuwd samenwoont; 
  • een pleegkind dat blijkens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woont als jij en dat je als pleegouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet verzorgt; 
  • een bloedverwant in de eerste of tweede graad (ouders, kinderen, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen); 
  • degene die, zonder dat er sprake is van een arbeidsrelatie, deel uitmaakt van jouw huishouding; of 
  • degene met wie je anderszins een sociale relatie hebt, voor zover de te verlenen verzorging rechtstreeks voortvloeit uit die relatie en redelijkerwijs door jou moet worden verleend. 

Dit verlof bedraagt in 12 achtereenvolgende maanden in totaal maximaal 2 keer het aantal uren duren dat je per week werkt. Als de mantelzorger 24 uur per week werkt, dan heeft deze recht op maximaal 48 uur verlof. De periode van 12 maanden gaat in op de 1e dag waarop het verlof wordt opgenomen.  

Op het moment dat de mantelzorger kortdurend zorgverlof opneemt, meldt deze dit bij de werkgever onder opgave van de reden van het verlof. De werkgever kan het verlof alleen weigeren in geval van een zwaarwegend bedrijfsbelang. Het salaris wordt tijdens het verlof voor 70% doorbetaald. Zulks met een maximum van het maximum dagloon (per 1-1-2019 € 4.660,59 bruto per maand). Verdient de mantelzorger meer dan het maximum dagloon, dan krijg deze toch maar 70% van het maximum dagloon betaald.   

In het geval de mantelzorger eerst calamiteitenverlof heeft opgenomen en ook aan de voorwaarden voor het kortdurend zorgverlof voldoet, eindigt het calamiteitenverlof na 1 dag en gaat het over in kortdurend zorgverlof.  

Wil je meer weten? Stuur ons dan een e-mail! Contact